KIMO stelt eerste praktijkrichtlijnen vast

21 april 2018

Het Kennisinstituut voor de Mondzorg (KIMO) heeft haar eerste drie klinische praktijkrichtlijnen (KPR’s) vastgesteld. Het gaat om richtlijnen die te maken hebben met implantaten: de behandeling van peri-implantaire infecties en de implantaatgedragen protheses in de boven- en onderkaak. Deze drie richtlijnen zijn zogenoemde ‘zij-instromende’ richtlijnen. Dat betekent dat ze buiten KIMO zijn ontwikkeld door wetenschappelijke verenigingen en daarna bij KIMO ter autorisatie zijn ingediend.
Voor de richtlijn ’Peri-implantaire infecties’ waren de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) en de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI) verantwoordelijk. Voor de richtlijnen ‘Implantaatgedragen prothese’ (boven- en onderkaak) zijn dat de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA) en de NVOI.
KIMO heeft gezorgd voor een optimalisering door de richtlijnen te toetsen aan onder andere geldende EBRO-criteria. Dat betekent dat de aanbevelingen uit de richtlijn zo veel mogelijk gebaseerd worden op best bewezen effectief handelen.
Als een richtlijn ‘af’ is, wordt deze aan de leden van KIMO (ANT, FTWV en KNMT) aangeboden. Dat is recent gebeurd met de drie genoemde richtlijnen. Nu de leden hun goedkeuring hebben gegeven, wordt de richtlijn aangeboden worden aan het Zorginstituut Nederland. Na goedkeuring van de richtlijnen door het Zorginstituut  worden deze officieel opgenomen in de richtlijnendatabase van dit instituut.

Het is nu aan de beroepsgroepen om de implementatie van deze richtlijnen gezamenlijk vorm te gaan geven. Hier zullen KiMO, FTWV, KNMT en ANT gezamenlijk een rol in spelen. Dat gebeurt de komende maanden.

Momenteel werkt KIMO aan het ontwikkelen van de volgende klinische praktijkrichtlijnen:
– richtlijn Antitrombotisch beleid, module Antistolling mondzorg, in samenwerking met Kennisinstituut Medisch Specialisten (KIMS);
– richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen (aanpassing van reeds bestaande richtlijn naar een meer compacte en praktijkgerichte opbouw);
- drie richtlijnen met betrekking tot (kwetsbare) ouderen: 'wortelcaries', 'polyfarmacologie' en 'behandelen buiten de praktijk'.